vrijdag 26 oktober 2007

Umbrië I: Terug naar Assisi

















Negentien jaar geleden beklommen Willem en ik in verzengende hitte de trapjes in Assisi. Nu zijn we terug met onze twee kinderen. Een geheel nieuwe ervaring.


Nu komt de regen met bakken naar beneden. Gelukkig kunnen we direct parkeren op het parkeerterrein dat pal aan de stadspoorten grenst, want op deze grijze dag laten veel toeristen het stadje voor wat het is.

We sprinten naar de Sint Franciscuskerk: daar is het in ieder geval droog. Op het voorplein is een overdekte galerij, die nu geweldige diensten verleent. In de benedenkerk is het donker, maar als onze ogen gewend zijn, zien we overal overweldigende schilderijen. Tussen de vele borden met het dringende Silencio! ontwaart Jasper het bord dat de weg wijst naar de graftombe van Franciscus. De tocht onder de nog duistere gewelven maakt indruk.

De bovenkerk heet volgens de reisgids een oase van licht te zijn, maar daar is vandaag niet veel van te merken. We bekijken de 28 schilderijen, toegeschreven aan Giotto, die het leven van Franciscus uitbeelden. De kinderen willen precies weten wat ieder schilderij voorstelt. Mijn vooroordelen over wat kinderen interessant vinden, worden hier geheel ontkracht.

Als we weer buiten staan, blijkt het weer opgeklaard te zijn. We kunnen uitkijken over het weidse landschap, waar zelfs in de verte wat lichtstralen schijnen.

We strijken neer in een restaurantje pal tegenover de kerk, waar we broodjes eten met dikke chocolademelk en koffie. De jongens vinden het uitzicht op de souvenirkraampjes het meest interessant. We kijken naar de verkoopster, die vandaag bijzonder weinig klanten heeft. De jongens zijn zeer geïnteresseerd in haar koopwaar, maar moeten later bij een nadere inspectie vaststellen dat er weinig van hun gading bij zit. Die gekleurde autootjes zijn vast tweedehands, "want er zitten krassen op", luidt hun oordeel. En ze zijn in ieder geval in hun ogen veel te duur.

Niels vindt de smalle straatjes in Italiaanse steden het allerleukst en kan hier zich flink uitleven. Hij leidt ons in sneltreinvaart naar boven, totdat we uiteindelijk op het centrale plein van Assisi uitkomen. Hier trakteren we ons op Italiaanse ijshoorns met fragole en cioccolato. Voor de eerste keer deze week zitten we dan toch buiten op een terrasje. Het regent niet meer en de temperatuur is aangenaam.

In Assisi signaleren we diverse geestelijken in Franciscaner kledij. Als we weer in de auto zitten, willen de kinderen alles weten van 'nonnike', zoals de samentrekking van Niels luidt. Waarom wonen nonnen en monikken eigenlijk niet samen in een klooster, dat is toch veel praktischer? En als zij zelf geen kinderen krijgen, dan sterven de monikken en nonnen toch uit?

Goeie vragen... We vertellen dat de paters en nonnen net als Franciscus een heel sober leven willen leiden om zo beter te kunnen bidden en dichter tot God te komen. Dat spreekt Niels wel aan. Hij zou zelf niet in een klooster gaan wonen, maar een eenvoudig huisje ziet hij wel zitten. Mét een fornuis. Wat pannen en wat servies lijken hem ook wel handig.

Verder hoeft hij niets. Behalve bij nader inzien ook nog een hond.

Geen opmerkingen: