donderdag 25 december 2008

Slimmer omgaan met ideeënmakers

Mensen die hemel en aarde bewegen om een idee tot uitvoering te brengen, fascineren mij. Als zij werkelijk overtuigd zijn van de waarde van hun idee, komt dat idee linksom of rechtsom wel tot uitvoering. J.K. Rowling vond aanvankelijk bij geen enkele uitgeverij gehoor voor haar Harry Potterboek. We weten allemaal hoe het afgelopen is met haar werk.

Toch vraag ik mij af waarom organisaties vaak zo wantrouwend reageren en vele goede ideeën afwijzen of negeren. Je zou zeggen dat organisaties juist staan te trappelen om mensen met nieuwe ideeën een kans te geven. Geen bedrijf of organisatie kan immers zonder goede ideeën. Europa heeft 2009 zelfs uitgeroepen tot het jaar van de creativiteit en innovatie.

Maar al zegt een organisatie innovatief te willen zijn, dan ontmoeten ideeënmakers nog steeds veel beren op te weg. Te veel werk, te duur en te vreemd: talrijke argumenten worden er uit de kast gehaald om een idee ter zijde te schuiven. Bij een zorgverzekeraar hoorde ik laatst zelfs het argument van 'te veel': de organisatie wierp een dam op tegen ideeën, omdat er meer aangeleverd werden dan uitgewerkt konden worden. Logisch dat niet iedere losse flodder op een warm onthaal kan rekenen, maar je zult maar net dat ene gouden idee mislopen.

De mensen die écht een goed idee hebben, moeten in ieder geval het nodige doorzettingsvermogen ontwikkelen. Beroemd is het verhaal van Arthur Fry, de uitvinder van de post-it blaadjes. De marketingafdeling zag aanvankelijk helemaal niets in dit idee. Fry liet in het geheim en op eigen kosten een voorraad post-it-blaadjes maken. Hij gaf deze post-its aan de secretaresses van de directie van 3M, die de blaadjes vervolgens met groot enthousiasme gingen gebruiken. Na een poosje kwam een directeur zelf om de post-its vragen. Dát was het moment dat eindelijk het besluit viel om de post-its in productie te nemen.

Hoogleraar Matthieu Weggeman (kennis- en innovatiemanagement) stelt in Intermediair dat in dit soort gevallen enige burgerlijke ongehoorzaamheid onvermijdelijk is. Wie een idee heeft waar hij echt in gelooft, moet dat gewoon gaan uitwerken. Het is gemakkelijker te vragen om vergiffenis dan om toestemming.

Wat kunnen organisaties hier nou van leren? Ze moeten in ieder geval kijken naar de fanatieke werkers, die ook in hun privétijd met 'dingetjes' bezig zijn. Daar zitten de echt betrokken mensen, die méér willen dan alleen maar de targets uit het doelengesprek te halen. Het stellen van doelen is sowieso niet erg productief om een organisatie vooruit te helpen, want die werken doorgaans middelmatigheid in de hand. Een target moet immers wel gehaald worden, dus is het voor veel werknemers veiliger om een doel te kiezen dat vooral haalbaar is.

Een mooi idee zet de bedenker in vuur en vlam. Het is eenzelfde soort gevoel als verliefdheid. Het zou me niet verbazen als dezelfde soort hormonen aan het werk zijn. En die zouden ook wel eens de stuwkracht kunnen verklaren van ideeënmakers om ervoor te zorgen dat de liefde eindelijk beantwoord wordt!

Meer ideeënmakers:

Geen opmerkingen: