zondag 20 april 2008

Harmonieuze Kortjakjes


Tadadaa tadadaa tada daa daa daa… Ik herken het stukje uit de Vier Jaargetijden van Vivaldi en kijk om. De melodie wordt gespeeld door een donkergeklede jongen met lang sluik haar, die al spelend op zijn viool door de gang loopt. “Ik heb ook stoere jongens gezien die viool spelen”, zal Niels later opmerken. Wonderbaarlijk hoe deze jongen – ik schat hem een jaar of dertien - razendsnel de snaren bespeelt en tegelijkertijd op nonchalante wijze door de gang kan banjeren.

Niels en ik zijn op een viooldag van kinderen, die allemaal volgens de Suzukimethode les krijgen. Amper een jaar nadat hij begonnen is met vioolles, kan hij deelnemen aan workshops en een heus kinderconcert. De kinderen spelen vrijwel allemaal de stukken uit hun hoofd, lopen al musicerend op het podium in een kringetje en leggen expressie in hun spel. Ik sta versteld van het niveau dat deze kinderen hebben weten te bereiken.

Aan het begin van de dag staat een groepje kinderen voor de ingang hun vioolkunsten ten gehore te brengen. Pepernoten, Ren Paardje of Harder Rennen: het ritme van vier kwartnoten, dat in het hele land op een andere manier wordt aangeduid, levert aan dit Amsterdamse grachtje een harmonieus samenspel op. Het lichte vioolgeluid op deze zonnige zondagmorgen zorgt ervoor dat je je vrolijk en blij voelt, of je nu wilt of niet.

Wat ook opvalt is hoe gedisciplineerd deze kinderen zijn. Als ze moeten wachten totdat ze aan de beurt zijn, zitten ze rustig te kijken en te luisteren. Wanneer het stiltesignaal gegeven wordt met de vioolstok, luisteren ze meteen. De toekijkende ouders zijn al even rustig. Hier is geen Sire-campagne nodig om gedram op de tribune in te dammen.

De kinderen blijken hun partij thuis keurig geoefend te hebben, dus aan de juiste noten ontbreekt niets. Met een lief verhaal over een drinkend lammetje weet de docent de kinderen effectief tot een betere handhouding aan te sporen, waardoor de klanken ineens ook een stuk zuiverder klinken.

Tijdens de voorbereidende workshops voor het concert hoeven de docenten nauwelijks aanwijzingen te geven aan individuele kinderen. Ze bespreken de wijze van samenspelen en dan is het meteen gaan met die banaan. De drie partijen in het Boheemse Volksliedje klinken meteen harmonieus. Ik krijg er een brok van in mijn keel.

Lievig, dat is het hier wel. Een Vrije-school-sfeertje van allemaal welopgevoede mensen midden in de Amsterdamse Grachtengordel. Overal op de muren hangen kopietjes met de tien Suzukigeboden voor ouders. Dat wij allemaal maar op aandachtige en respectvolle wijze onze kinderen stimuleren tot liefde voor de muziek en daarmee voor het Leven Zelf. Geen ‘ja máár’ als de kinderen fouten maken, maar ‘Ja, én’ om de kinderen aan te moedigen hun spel verder te ontwikkelen. In ieder stuk, hoe krakkemikkig ook gespeeld, valt volgens meneer Suzuki wel wat positiefs te ontdekken. Wat een totaal andere benadering dan het gehakketak, waarmee mijn eigen pianoleraar mij in mijn jeugd bezighield.

Of het werkt? Gezien de vrije manier waarop deze kinderen uit hun hoofd vioolspelen wel. Ze hebben er echt lol in. Als slot van het concert staan alle kinderen van alle niveaus op het podium en spelen vol inspanning allemaal de variaties op Kortjakje – het stuk van de Suzuki-beginnertjes. Kleine meisjes met ieniemienie-viooltjes staan zij aan zij met puberende jongens die net een uitvoering van Bach hebben laten horen. Uit meer dan honderd violen klinkt nu een simpel kinderliedje. In zijn eenvoud heel indrukwekkend.

Geen opmerkingen: